
Een aantal weekeinden in september en oktober zijn tijdens de Broedplaatsdagen ‘broedplaatsen’ in Amsterdam Nieuw West geopend. Broedplaatsen vind ik zo’n tergend hip, vreselijk verantwoord, overheidswoord. De aversie heeft me echter niet weerhouden een tweetal plekken te bezoeken. Voorbereiden heeft geen zin, ik loop gewoon de ateliers in en ga de uitdaging aan met de kunst die er hangt en knoop dan graag een gesprek aan met de kunstenaar.
Om in dit blog verslag te doen van alle kunst die ik heb gezien en de gesprekken die ik gehad heb met kunstenaars is te veel. Het wordt dus een selectie, hoe vervelend ik dat ook voor de afvallers vind. Dus ga ik, nu ik ‘s-avonds dit blog schrijf al die bezoeken nog eens na. Van de ontmoetingen die me het meest zijn bijgebleven doe ik hieronder verslag.
Allereerst fiets ik naar kunst- en ambachtscomplex Diderot en dan begin bij de galerie Diderot 13D. Kleine, subtiele sculpturen hangen er aan een wit geschilderde, bakstenen muur. Geen lijsten, geen kader, geen achtergrond. De kunstenaar Maria Schilder wil dat ook niet. De sculpturen moeten opgaan in de muur en toch ook weer niet. Er hangen werken van papier, marmer en albast. Heel verschillende materialen met een totaal ander karakter maar wel met dezelfde subtiele aanwezigheid in de ruimte. (Maria Schilder is te gast in de galerie en heeft haar atelier op het WG terrein).

In de tijdelijke, gezamenlijke presentatieruimte van kunst- en ambachtscomplex Diderot valt het werk van Hans Willemse me direct op. Met zorg gemaakt, organische vormen en een zachte uitstraling. Waarom is deze kunstenaar niet veel bekender vraag ik me af. De sculptuur doet me denken aan het werk van Maartje Korstanje en dat van Berlinde de Brouckere en dat zijn kunstenaars van naam. Eigenlijk weet ik het antwoord ook wel. Beide kunstenaars weten universele thema’s als vergankelijkheid en kwetsbaarheid feilloos in hun werk te visualiseren. De sculpturen van Willemse missen die universele dimensie, ze zijn gewoon mooi maar is dat niet genoeg?

Ateliercomplex Nieuwenmeer -de tweede locatie die ik bezoek- is een bijzondere plek. Een oude leegstaande munitieloods in 1988 gekraakt door een groep kunstenaars op zoek naar werk- en woonruimte en sindsdien heeft de organisatie het terrein volledig in zelfbeheer. Water, elektriciteit, internet, onderhoud aan de gebouwen doen ze nog steeds zelf. De website is een beetje een stiefkind maar de locatie zelf is nog steeds springlevend en herbergt 120 ateliers.
Hier zie ik het werk van Caroline Diepstraten. Ze maakt beelden van allerlei soorten afval materiaal. Bladeren, oude stoelen, dozen. Elk onderdeel wordt overgoten met een dunne laag cement en daarna eventueel gelakt voor de glans en sterkte. Het resultaat zijn bijzondere constellaties van materialen die niet bij elkaar horen maar toch harmoniëren.

Het laatste bezoek waar ik verslag van wil doen is het atelier van Maartje Folkeringa. Haar werk staat bijna diametraal tegenover dat van Caroline. Licht materiaal, felle kleuren. Het lijkt bijna snoepgoed. Helaas zie ik geen kans de kunstenaar te spreken

Helaas ben ik wat laat bij dit ateliercomplex aangekomen (ca. 4 uur). Alhoewel volgens de folder deze dag tot 20 uur duurt zijn de deuren van veel ateliers vanaf een uur of vijf gesloten. Begrijpelijk, wat het is heerlijk weer, ideaal voor een praatje buiten met een biertje met een collega kunstenaar maar wel jammer voor de argeloze bezoeker.
Tot slot nog een foto-impressie van mijn bezoeken.